Behandeling klinisch ( ziekenhuis )

In het ziekenhuis wordt er bij een acute lymfatische leukemie altijd behandeld met chemotherapie. Er zijn natuurlijk verschillende soorten chemotherapie mogelijk om de ziekte zo efficiënt mogelijk te behandelen. Het doel van de behandeling is bijna altijd genezing. In sommige gevallen wordt het gebruikt om tumor groei tegen te gaan om de levenstijd te verlengen.

Chemotherapie

Chemotherapie kan bij alle vormen van leukemie worden gegeven. Het is de behandeling van kanker met celdodende of celdeling remmende medicijnen. Deze noemen ze cytostatica. Deze kunnen worden gegeven worden via het infuus of in tablet vorm. Het doel van deze behandeling is om alle kwaadaardige leukemiecellen in het lichaam weg te krijgen. Dit noemen ze ook wel remissie.

Chemotherapie voor het zenuwstelsel

In een klein aantal gevallen lokaliseert ALL zich in het centrale zenuwstelsel. Deze bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Dit komt alleen voor in zeldzame gevallen. In dit geval krijgt de patiënt de chemo ook via een ruggenprik. Anders kan de chemo het ruggenmerg namelijk niet bereiken. Via de ruggenprik komt de chemo rechtstreeks in het ruggenmergkanaal. Moet de patiënt deze behandeling vaker ondergaan wordt er een reservoir onder de huid geplaatst. Op deze manier hoeft de patiënt niet constant te worden aangeprikt en gaat het toedienen makkelijker.

Chemotherapie gevolgd door allogene stamceltransplantatie

Voordat iemand met de stamceltransplantatie begint wordt er eerst gestart met een aantal chemotherapie kuren. Het aantal kuren hangt natuurlijk af van de ernst van de ziekte. Zodra er geen leukemiecellen meer aantoonbaar zijn in het bloed en het beenmerg komt de patiënt in aanmerking voor de transplantatie. Als de gezonde productie van bloedcellen daarnaast weer op gang is wordt de procedure van de stamceltransplantatie in gang gezet.

Bij een stamceloperatie worden er gezonde, bloedvormende stamcellen in de bloedbaan gebracht. Deze stamcellen zijn bij een allogene stamceltransplantatie afkomstig van een donor. De stamcellen vinden dan hun weg naar de beenmergholte, waar zij nieuwe goedwerkende bloedcellen aanmaken. Uiteindelijk groeien deze uit tot goed functionerende beenmerg- en bloedcellen.

Een allogene stamceltransplantatie houdt in dat je de stemcellen krijgt van een levende donor. Er moet natuurlijk wel een match zijn tussen de patiënt & de donor. Dit wordt vooraf uitgebreid getest.

 

Chemotherapie bij kinderen

Een kinderlichaam reageert anders op de behandelingen dan een volwassen lichaam. Veel medicatie is namelijk alleen getest op volwassen. Hierdoor kunnen kinderen onvoorspelbaar reageren op de chemo kuren. Kinderen worden juist zwaarder behandelt met chemo kuren dan volwassen. Dit om de overlevingskans zo groot mogelijk te maken. Kinderlichamen kunnen over het algemeen meer aan dan het lichaam van een volwassenen.
Omdat de meeste medicatie alleen op volwassenen is getest wordt de hoeveelheid chemo per kind bepaalt op gewicht & lengte.